Fuut, Podiceps cristatus, 46-51 cm
Herkenning
Zeer algemene broedvogel in Nederland. Slanke vogel met lange hals. Heeft een laag in het water liggend, langwerpig lichaam en een lange snavel. In broedkleed heeft de Fuut een opvallend rode kop met uitstaande pluimen, in de winter onopvallend en lichter van kleur.
Biotoop
Riet omzoomde binnenwateren, inclusief vaarten en grachten (Amsterdam). In de winter vaak in grote groepen op zee of op binnenwateren te zien, een deel overwintert in Zwitserland, Engeland of Frankrijk.
Voedsel
De Fuut eet voornamelijk vis (blankvoorn). Doordat deze vis weinig gevoelig is voor vervuiling, doet de Fuut het zo goed.
Broeden
Broedt in binnenwateren en grachten van begin april tot september. Heeft een prachtig baltsritueel, waarvan het kopschudden een belangrijk onderdeel is. Als beide vogels uit het water komen, met de borsten of flanken tegen elkaar aan, wordt dit de pinguïndans genoemd. Ze bieden elkaar dan waterplanten aan als bruidsboeket. Het nest bestaat uit half vergane waterplanten en ligt verankerd tussen de vegetatie. Beide partners broeden de drie tot vijf eieren uit in vier weken. De gestreepte jongen liften vaak mee op de rug van de ouders, een mooi tafereeltje.
Aantallen in Nederland
Heeft zich sterk uitgebreid, nu komen 11.000 tot 16.000 broedparen voor in Nederland, in 1975 waren dit nog 5000 tot 7500 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
In de Maashorst zijn broedende Futen op de Hofmans Plassen vastgesteld. Is ook op de Kleuter een broedvogel tot wel 3 paar. Andere broedlocaties zijn de plas bij van Oort, de visvijver in het Ven in Veghel. Op de Aa en in de Zuid-Willemsvaart broeden ze mogelijk ook.