Dwergarend, Hieraaetus pennatus, 46 – 53 cm
Herkenning
Een kleine arend (zo groot als Buizerd) met een lange staart met scherpe hoeken. Komt voor in de lichte en donkere vorm, de lichte vorm komt het meeste voor. Deze heeft lichte onderdelen en witte onderdekveren. Ze zijn in scherp contrast met de zwarte slagpennen, waardoor hij tweekleurig lijkt. De donkere vorm heeft wat lichtere binnenste handpennen. De witte vlekken aan beide zijden van de kop worden ook wel landingslichten genoemd. In zittende houding zijn de dik bevederde poten een goed kenmerk. Wordt vaak lastig gevallen door roofvogels, Raven en kraaien.
Biotoop
Droge warme hellingen met open eikenbossen of bossen met aangrenzend open terrein.
Voedsel
Zweven op grote hoogte en speuren de grond af op zoek naar hagedissen, slangen, kikkers, muizen, jonge konijnen, kleine vogels en zelfs grote insecten. Ze storten zich in een spectaculaire duik met gesloten vleugels op hun prooi.
Broeden
Dwergarenden maken een groot nest van takken en wortels. Ze leggen meestal twee eieren die na 38 dagen uitkomen, de jongen vliegen na twee maanden uit. Vaak overleeft slechts een van de jongen.
Aantallen in Nederland
Zomergast, dwaalgast, broedt niet bij ons, maar in Spanje, Portugal, Zuid-Frankrijk en de Balkan.
Aantallen in onze omgeving
Vier keer waargenomen in deze regio, 2004 en 2006 op trektelpost Brobbelbies Noord, 2012 boven Uden en 2017 weer op Brobbelbies Noord. Die laatste twee zijn met foto's.