Draaihals, Jynx torquilla, 16-18 cm
Herkenning
Lijkt meer op een zangvogel dan op een specht, maar heeft wel de krachtige spechtensnavel en poten. Vliegt ook als een zangvogel, geen golvende vlucht. Grijsbruine vogel met lichtere onderdelen, van dichtbij is de boomschorstekening te zien (heeft iets weg van de Nachtzwaluw). Donkere streep door het oog, die doorloopt over de hals. Heeft een slangachtig voorkomen en gedraagt zich ook een beetje als een slang. Bij gevaar en bij de balts steekt hij de kop omhoog en draait en kronkelt als een slang heen en weer (naam), terwijl hij sissende geluiden maakt. Het is een schaarse zomergast.
Biotoop
Open terrein met boomgaarden en open bossen (lichte voorkeur voor loofbossen). Wordt ook wel in parken en grote tuinen gezien.
Voedsel
Zoekt voedsel op de grond, voornamelijk mieren. Met snelle bewegingen van hun lange tong halen ze de mieren uit de mierenhoop.
Broeden
Tijdens balts zijn het luidruchtige vogels, maken korte hoge tonen,die wat lijken op het geluid van de Kleine Bonte Specht. Tijdens de eileg en het broeden worden ze veel zwijgzamer en blijven dat tot hun vertrek in augustus. Nestelt in bestaande boomholte, nestkast of spechtengat, of in gaten in wallen en muren, hakt zelf geen nestholte uit. Het vrouwtje broedt het meest op de 6 tot 8 witte eieren. De Draaihals kan meer dan één ei per dag leggen. De kuikens komen na 10 tot 12 dagen uit en krijgen grote hoeveelheden insecten en mieren gevoerd. Na drie weken verlaten de jongen het nest. Overwinterd in Afrika.
Aantallen in Nederland
35 - 75 broedparen, zeer schaarse broedvogel, de meeste broedparen op de Veluwe.
Aantallen in onze omgeving
Als broedvogel komt de Draaihals bij ons niet voor. Wel als doortrekker is deze in voor- en najaar waargenomen, bij Telpost Brobbelbies Zuid bijvoorbeeld. April en september zijn de beste maanden.