Bruine Kiekendief, Circus aeruginosus, 43 - 55 cm
Herkenning
De Bruine Kiekendief is de grootste Kiekendief. Hij is iets groter dan de Buizerd, maar met langere vleugels en staart en met een slanker lichaam. Je kunt hem herkennen aan de lage glijvluchten met in ondiepe V omhooggehouden vleugels. Het mannetje Bruine Kiekendief lijkt wat op het mannetje Blauwe Kiekendief, maar het mannetje Bruine Kiekendief heeft een bruine buik. Het vrouwtje is bruin met een roomkleurige kop en keel. Heeft vaak een lichte vlek op de borst.
Biotoop
Oud hoog riet, ondiepe meren of rivieren.
Voedsel
De Bruine Kiekendief eet graag kikkers, kleine zoogdieren (veldmuis, dwergmuis), reptielen, insecten, eieren en nestjongen van vogels. Af en toe zakken de lange poten naar beneden en ploft de vogel als en steen in de vegetatie om zijn prooi te verrassen.
Broeden
De Bruine Kiekendief is een vogel van rietlanden en verschillende moerassige streken. Rietvelden en Bruine Kiekendieven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Aan de rand van ondiepe meren en rivieren staat vaak riet en daar vind je vaak zijn nest. Dit bestaat uit een stapel wilgentakken of riet en wordt bekleed met gras. Soms liggen er enkele nesten bij elkaar. Het vrouwtje broedt in 36 dagen vier of vijf eieren uit en brengt gemiddeld 2,8 tot 3,1 nestjong groot. Broedt voornamelijk in West (laag) Nederland.
Aantallen in Nederland
In 2017 broedden er 900-1200 paren in Nederland. Enkele uitschieters zijn de Waddeneilanden, de Oostvaardersplassen, het Deltagebied, het Friese merengebied en het Lauwersmeer. Het gaat dankzij bescherming en het verbieden van pesticiden beter met deze soort dan in de jaren zeventig, maar de aantallen nemen wel wat af .
Aantallen in onze omgeving
Zo nu en dan broedt er een Bruine Kiekendief net buiten de omgeving van het werkgebied, meestal in de Osse polder. Op de trektelpost zien we hem als doortrekker.