Braamsluiper, Silvia curruca, 11,5 - 13,5 cm
Herkenning
Lijkt op Grasmus, maar is compacter, heeft een wat grijzer voorkomen, een donkere oorstreek en een kortere staart. De poten zijn donker gekleurd. Leeft meer verborgen dan de Grasmus.
Biotoop
Broedt in struikrijke omgeving met bomen, zoals parken, begraafplaatsen en open bosgebieden. Overwintert in Oost Afrika ten noorden van de evenaar, maakt dus twee keer per jaar een enorme reis en dat voor zo'n klein vogeltje van amper twaalf gram!
Geluid
Heeft een vrij eentonige zang, na 2 of 3 inleidende tonen eindigt de zangstrofe in een aflopende triller die meestal vanuit het struikgewas klinkt, soms ook tijdens zangvlucht. De zangstrofe is steeds hetzelfde en wordt na 7-10 seconden weer herhaald.
Voedsel
Tijdens de broedtijd insecten en hun larven, vóór de najaarstrek worden veel bessen gegeten om 'trekvet' op te bouwen.
Broeden
Heeft een verborgen leefwijze en nestelt vaak laag in een dichte struik. Kent niet de 'duveltje uit een doosje' zangvluchten van de Grasmus. Het nest is een gevlochten kom van grasjes, worteltjes en twijgjes, soms zie je de eitjes door de onderkant van het nest heen schemeren. De zijkant van het nest wordt versierd met spinrag. De broedduur is maar kort, omdat ze uit oost Afrika vrij laat in Nederland aankomen (na half april) en ook weer vrij vroeg wegtrekken.
Aantallen in Nederland
17.000 tot 20.000 broedparen in Nederland.
Aantallen in onze omgeving
Zeer schaarse broedvogel in onze omgeving, tegenwoordig niet elk jaar meer. In de trektijd nog wel op verschillende plaatsen te horen.