Boomklever, Sitta europaea, 13 - 15 cm
Herkenning
De Boomklever dankt zijn naam aan het feit dat hij heel gemakkelijk langs de stammen omhoog en omlaag kan klimmen. De staart wordt bij het klimmen niet gebruikt. Het is een gedrongen vogel zonder nek. De bovendelen zijn blauwgrijs en er loopt een zwarte oogstreep van de snavel, door het oog tot in de nek. Heeft een stevige puntige snavel en de staart is kort. De keel is wit, de flanken roestkleurig en de borst en buik isabel-kleurig. Heeft verschillende soorten zang en roepjes, kan erg luidruchtig zijn. De vlucht is specht-achtig.
Biotoop
Loofbossen met oude dikke bomen, grote tuinen en parklandschappen.
Geluid
De Boomklever heeft zeer luide zang en roepjes. De zang is meestal een continu herhaalde toon twiet-twiet,..., twiet-twiet. De Boomklever kan dit lange tijd vol houden. Daarnaast zijn er ook roepjes die (nostalgie) klinkt als Truus de Mier uit de Fabeltjeskrant Tuu-Tuu-Tuu (wat heb ik het druk).
Voedsel
Hazelnoten, beukennootjes, eikels, zaden, maar ook insecten die hij tussen de schors vandaan haalt. Hij zet de noten tussen de schors om ze zo stuk te kunnen hakken. Hij hamstert voedsel en is in de winter op de voedertafel te zien.
Broeden
De Boomklever is een echte holenbroeder, broed in oude Spechtenholen, muurholten en nestkasten. Met behulp van modder die hard wordt, maakt hij de nestholte kleiner, zodat alleen de vogel zelf er in kan. Ook van binnen wordt de holte met modder bekleed. De bodem wordt bedekt met stukjes schors en dorre bladeren, die gebruikt worden om de eieren af te dekken. De zes tot negen eieren worden in twee weken uitgebroed. Na ruim drie weken voeren zijn de kuikens pas vliegvlug, wat lang is voor een holenbroeder.
Aantallen in Nederland
Standvogel, 31.000 tot 38.000 broedparen, gaat vooruit door het ouder worden en de grotere variatie van het bos.
Aantallen in onze omgeving
In 1996 voor het eerst als broedvogel waargenomen in de Maashorst, nu in de gehele Maashorst aanwezig en zelfs in parken. Wordt bij inventarisaties in de meeste bossen ook vastgesteld. In de winter kunnen ze ook in dorpen voedsel komen zoeken.