Bokje, Lymnocryptes minimus, 18 - 20 cm
Herkenning
Lijkt een verkleinde uitvoering van de Watersnip. Leeft in hetzelfde biotoop, maar broedt niet bij ons. Is een stuk kleiner en de snavel en poten zijn korter, de middenstreep op de kop is donker (bij de Watersnip licht) en de staart is donker en puntig. Er lopen brede room-gele strepen over de rug. Leeft zeer verborgen in ontoegankelijke terreinen en vliegt pas op nadat hij van zeer nabij benaderd is, soms vliegt hij pas vlak voor de voeten zwijgzaam weg, om dichtbij weer neer te strijken. Het Bokje is een solitaire vogel.
Biotoop
Natte dichtbegroeide graslanden, vochtige heide en duinvalleien.
Geluid
Het Bokje kan niet de buitenste staartpennen laten vibreren zoals de Watersnip, maar maakt een hard geluid (met de snavel) als galopperende paarden.
Voedsel
Maakt bij het voedsel zoeken 'stuiterende' bewegingen (naaimachine). Hierbij buigt hij zijn poten, zodat het lijkt alsof hij tijdens het foerageren op en neer huppelt. Boort met zijn snavel in de grond naar weekdieren, wormen en insectenlarven.
Broeden
Broedt in noord Scandinavië in natte hoogvenen en de toendra.
Aantallen in Nederland
Voornamelijk doortrekker, sommige Bokjes overwinteren bij ons, broedt niet in Nederland.
Aantallen in onze omgeving
Broedt niet bij ons. In het voor-en najaar opvliegend te zien op de natte plekken in de Maashorst (Grensweg, Wisentengebied) en in Veghel in Schil en Punt (langs de A50).