Blauwe Reiger, Ardea cineria, 84-102 cm
Herkenning
Grote grijze vogel met lange nek, grote brede vleugels en lange dolkvormige gele snavel. Heeft een langzame vlucht met een ingetrokken nek, waardoor een soort ronde keelzak ontstaat. Wanneer hij doodstil aan de waterkant staat, lijkt hij wel een paal of dode tak. Lijkt op de zeldzame Purperreiger, maar die is wat kleiner en donkerder en kritischer voor wat betreft zijn biotoop en voedsel. Als de veren vies zijn geworden van bijvoorbeeld een kronkelende paling, kunnen deze vogels uit een klier aan het onderlijf een soort poeder op hun veren smeren, die na het opdrogen weer "gekamd" kunnen worden met een soort kammetje dat aan de middelste teennagel zit.
Biotoop
Omdat vis het hoofdvoedsel vormt, zijn de meeste kolonies in de nabijheid van visrijk water en slotenrijke polders. Ook wordt wel in de buurt van de stad gebroed en wordt het voedsel uit vijvers of dierentuinen gehaald. Het is voornamelijk een standvogel, enkele van onze broedvogels overwinteren in Frankrijk of Engeland. Tijdens strenge winters komt hij maar moeilijk aan zijn voedsel.
Voedsel
Vis is het hoofdvoedsel van de Blauwe Reiger, daarom werd hij vroeger veel vervolgd. De vis spietst hij aan de snavel na een snelle uitval. Muizen, mollen, ratten, kikkers, padden, grote insecten en jonge vogels staan ook op zijn menu. Kan langdurig doodstil langs de waterkant staan. Buiten de broedtijd zie je reigers vaak alleen.
Broeden
Kolonievogel, broedt al vroeg in het voorjaar in bomen. Oude takkennesten worden vaak opgeknapt. In februari al worden drie tot vijf eieren gelegd die beide ouders uitbroeden. Na 25 dagen komen de jongen uit het ei en worden ook door beide ouders verzorgd.
Aantallen in Nederland
8150 tot 11.500 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
Deze soort broedt in klein aantal in onze omgeving en ook bijvoorbeeld bij Kasteel Heeswijk. Blauwe Reigers zijn het hele jaar waar te nemen.