Appelvink, Coccothraustes coccothraustes, 16,5 – 18 cm
Herkenning
Vrij grote bruine vinkachtige waarbij de snavel als eerste opvalt. Deze is erg groot, driehoekig en in broedkleed blauwzwart, in de winter lichter gekleurd. Er kunnen zelfs kersenpitten mee gekraakt worden. De kop en nek zijn in verhouding erg groot (stierennek), de rug donkerbruin, de borst beigebruin. De korte staart heeft een brede witte eindband en in de vlucht vallen de brede witte vleugelstrepen op. De kleine slagpennen hebben een aparte vorm. Leeft vooral hoog in de boomtoppen, maar kan ook foeragerend op de grond worden waargenomen. Het vrouwtje is iets fletser gekleurd. Schuwe vogel die moeilijk te observeren is.
Biotoop
Oude loofbossen, gemengde bossen, kersenboomgaarden.
Geluid
Het geluid van de Appelvink bestaat enkel uit een tikkende contactroep of hoge schrille korte tonen. De Appelvink wordt vaak niet opgemerkt, omdat het geluid niet erg opvallend is. De eerste opname laat contactroepjes horen afgewisseld met zangstrofen en op de tweede opname zijn contactroepjes te horen.
Voedsel
De Appelvink is een echte zadeneter, zo eet hij zaden van de steenvrucht, meidoorn, taxus, sleedoorn, beuk, esdoorn, iep, kers en vogelkers, maar eet in de zomer ook knoppen, rupsen en insecten. 's Winters vind je hem soms op de voedertafel waar hij pinda's en zonnebloempitten eet.
Broeden
Nestelt vaak op andere plaatsen dan waar het voedsel wordt gehaald en bakent zijn territorium niet of nauwelijks af met zang. Broedt soms in losse kolonies. Bij de minste verstoring wordt het nest verlaten. Maakt zijn grote nest meestal in een boomtop op een horizontale tak of tegen een boomstam. Het mannetje begint met het bouwen van de basis en lokt hierop een vrouwtje door haar voedsel aan te bieden. Het vrouwtje bouwt het nest dan af. De doorgaans vijf eieren komen na twee weken uit. Jonge Appelvinken zijn bruin met een gele keelvlek en dwarse strepen over de buik.
Aantallen in Nederland
12.000 – 15.000 broedparen, vooral in oost Nederland. De soort neemt in aantal toe.
Aantallen in onze omgeving
Als broedvogel komt de Appelvink in onze omgeving in het bos voor, bijvoorbeeld overal in de Maashorst, maar ook elders. Er moeten in elk geval hoge, oudere bomen staan. In parken worden buiten het broedseizoen soms Appelvinken waargenomen.