Werkgroepen van de Vogelwacht Uden
Naast de educatieve activiteiten is concrete, daadwerkelijke hulp onontbeerlijk om de doelstellingen te verwezenlijken. Deze hulp kan zowel direct als indirect zijn en wordt uitgevoerd door een aantal werkgroepen, deze zijn:
- Werkgroep Clubblad en Publiciteit
- Werkgroep Inventarisatie
- Werkgroep Natuur en Milieu
- Werkgroep Nestkasten
- Werkgroep Raven
- Werkgroep Roofvogels
- Werkgroep Senioren
- Werkgroep Trektellen
- Werkgroep Uilen
- Werkgroep Vrijwillig Landschapsbeheer Uden (VLU)
- Werkgroep Zwaluwen
Werkgroep Clubblad/PR
Doel
Deze werkgroep zorgt voor de nodige bekendheid van Vogelwacht Uden en de communicatie binnen de vereniging.
Activiteit
De werkgroep verzorgt alle publiciteit rondom de vele activiteiten die op touw worden gezet (dialezingen,
publiekswandelingen, cursussen, jubilea). Dit resulteert in diverse berichtgevingen in kranten, op radio en
televisie.
Een belangrijk communicatiemiddel binnen Vogelwacht Uden is "Het Bruujsel". Op bijgaande link zijn de Bruujsels van
de afgelopen jaren te bekijken.
Hierin is veel te lezen over de activiteiten binnen de vereniging, waarbij diverse leden de pen ter hand nemen om
vogelverhalen met anderen te delen. Boeiende verhalen zijn vaak het gevolg. Verder is deze website het nieuwste
medium voor leden en niet- leden om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen de vereniging.
Elk jaar brengen we samen met het IVN Uden en sVLU een publieksfolder uit met de activiteiten van dat jaar.
Werkgroep Inventarisatie
Doel
De werkgroep Inventarisatie organiseert diverse soorten vogeltellingen op verschillende niveaus. Inventarisaties hebben tot doel een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de vogelstand in een bepaald gebied. Op deze manier kan worden vastgesteld hoeveel vogels van een bepaalde soort er zich in een gebied bevinden. Door deze gebieden om de paar jaar weer te inventariseren kunnen we dus zien of bepaalde soorten toe- of afnemen in dat gebied. Bij deze tellingen wordt alles precies vastgelegd (tijd, plaats, soort, gedrag, etc) want in het algemeen geldt: wat niet opgeschreven is, is niet gebeurd! Alle tellingen worden volgens vaste protocollen en met tel-apps van Sovon Vogelonderzoek Nederland uitgevoerd. Daarmee komen deze gegevens automatisch ter beschikking van Sovon. Zij gebruiken de gegevens om de stand van alle vogelsoorten in heel Nederland en ook Europa bij te houden.
Activiteit
De inventarisaties variëren van zeer intensief en specialistisch, zoals het Broedvogel Monitoring Project (BMP), tot vrij makkelijk, zoals de Nachtzwaluw- en Houtsnip-telling en tellingen in het bewoonde gebied (MUS). Er is binnen de Vogelwacht een vaste groep inventariseerders maar nieuwe leden met interesse kunnen zich altijd aansluiten en worden gekoppeld aan ervaren inventariseerders om het snel onder de knie te krijgen!
Bescherming
Meten is weten. Met de gegevens verzameld uit de inventarisaties zien we welke vogels toenemen en welke afnemen. Aan de hand van deze gegevens kunnen we concrete voorstellen indienen bij de terreinbeheerders om hier actie te ondernemen.
Resultaten
In het voorjaar van 1996 en 2002 is de Maashorst geheel geïnventariseerd op broedvogels. In 2009 en 2010 hebben we de Maashorst in zijn geheel geïnventariseerd, geheel met eigen leden. Dat is tussen 2017 en 2022 in delen nog een keer gedaan. De rapporten die hieruit voortkwamen geven ons dus een heel precies inzicht hoe het de verschillende broedvogels, in de afgelopen 25 jaar, in Maashorst vergaan is. In tussenliggende jaren worden de wat kleinere bosgebieden binnen het werkgebied van de Vogelwacht geïnventariseerd.
Inventarisatie rapporten vogels
Inventarisatie andere soorten Maashorst
Werkgroep Natuur & Milieu
Doel
Een gezamenlijke werkgroep met het IVN-Uden. Het doel van deze werkgroep is om natuur- en milieuplannen van bijvoorbeeld de Gemeente Maashorst of provincie te toetsen en waar nodig van commentaar te voorzien. Kansen en bedreigingen op natuurgebied worden besproken en waar nodig actie ondernomen. Daarnaast wordt o.a. flora- en faunaonderzoek verricht in de verschillende natuurgebieden met als doel het geven van beheeradviezen.
Activiteit
Verschillende keren per jaar hebben we een bespreking om de zaken door te nemen die er spelen en indien nodig hierop reageren.
Werkgroep Nestkasten
Doel
Het doel van de werkgroep nestkasten is zowel het verschaffen van broedgelegenheid aan holenbroeders door het
aanbieden van “kunstmatige holtes”, als het bestuderen van het broedsels van vogels in de omgeving van Uden.
In principe zijn de bossen in en om Uden oud genoeg om voldoende natuurlijke broedgelegenheid bieden maar nestkasten
bieden de uitgelezen mogelijkheid om broedgedrag van wilde vogels van dichtbij te bestuderen Dit heeft geen invloed
op de vogels die in natuurlijke holtes broeden. Zouden de broed- of voedsel omstandigheden slecht zijn dan zouden er
minder vogels broeden. Bovendien is de bijdrage van een klein aantal nestkasten klein op populatieniveau; de natuur
gaat gewoon zijn eigen gang…
Toch heeft de werkgroep al vanaf 1976, nu bijna 1.000nestkasten hangen in de Maashorst en andere bossen in de regio Uden; waarom?
- De werkgroepleden vinden het leuk om gedurende het voorjaar in de natuur bezig te zijn: elke twee weken, enkele uren het bos in om te kijken wat er allemaal gebeurd is en zo “en passant” de lente beleven.
- Het zorgt voor een zekere spanning en men ziet gedurende het seizoen de resultaten van eerder handelen:
- Komt er in die nieuwe nestkasten nu wel of niet wat?
- Moet ik er meer nestkasten bij hangen of juist verplaatsen?
- Zou ik, net als andere gebieden, ook meer van die ene bijzondere soort krijgen?
- Moeten de invlieggaten groter of kleiner?
- Zouden alle eieren, die ik vorige keer telde, uitkomen?
- Beginnen ze dit jaar vroeg of laat te leggen?
- Door elkaar, via whatsapp , op de hoogte te houden van de resultaten per gebied en door verslaglegging aan het eind van het seizoen, is de werkgroep in staat trends en bijzonderheden te onderscheiden en komt men meer te weten over het broedgedrag van de vogels in eigen omgeving.
- De broedgegevens worden doorgestuurd naar de Sovon Vogelonderzoek Nederland( Sovon). Mensen uit heel Nederland sturen hun gegevens in naar het SOVON en daarmee wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan.
De methode die de werkgroepleden hanteren is de volgende:
Voor het broedseizoen (februari, maart) wordt er een keer een controlerondje gelopen om kapotte kasten te vervangen
of te repareren. Tijdens het broedseizoen (maart tot en met juli) worden elke week, maar in ieder geval eens in de
twee weken, alle nestkasten langsgelopen en wordt er genoteerd wat er in de kast wordt aangetroffen (soort
broedvogel, aanwezigheid van een nest, aantal eieren of jongen). Nadat de jongen het nest hebben verlaten en er geen
vervolglegsel geproduceerd wordt, wordt het nestmateriaal verwijderd zodat eventueel aanwezige parasieten tijdens de
winter doodvriezen. De nestkasten blijven in het bos want ze worden na het broedseizoen intensief gebruikt als
slaapplaats voor vogels (winter) en vleermuizen (herfst en lente). De gegevens worden verzameld met de coderingen
die het Sovon ontwikkeld heeft, zodat de gegevens in de professioneel beheerde nationale database van Sovon worden
opgeslagen voor verder onderzoek.
Wij hebben nog nooit aanwijzingen gehad dat het controleren, mits goed uitgevoerd, leidt tot verstoring van de broedsels. Tijdens de volgende controleronde is het broedproces gewoon een stap verder. Natuurlijk zijn er nesten die verstoord worden maar dan is meestal de oorzaak te achterhalen: de deksel is van de kast gewaaid of de hele kast is gestolen, spechten hebben het invlieggat groter gemaakt en de hele inhoud eruit gehaald.
Afhankelijk van de plaats van de nestkast, grootte van de nestkast en de grootte van de invliegopening kunnen er
verschillende soorten vogels in de nestkasten verwacht worden. Echter de natuur, en met name de spechten, hebben
hier nogal eens een eigen mening over en vergroten de invlieggaten.
De soorten die het meest in onze nestkasten broeden zijn Koolmees, Pimpelmees, Bonte Vliegenvanger, Gekraagde
Roodstaart, Spreeuw en Boomklever.
Maar wij krijgen onze gegevens niet alleen uit de bossen. Aangezien er ook Vogelwachtleden in hun tuin nestkasten
hebben hangen wordt hen ook elk jaar gevraagd om hun nestkasten te controleren.
Heb je zelf ook nestkasten hangen en wil je deze controleren maar weet je niet hoe, neem dan contact op met de
coördinator van de nestkasten werkgroep.
Bescherming
Ook bij u thuis kunt u de holenbroeders een onderdak bieden. Van de meeste kasten hebben we een beschrijving, zodat
u ze
ook zelf kan maken. Enkele kasten worden door ons ook verkocht.
Rond de Groenhoeve zijn ook allerlei nestkasten opgehangen. Dit heeft een meer educatieve functie. Het “Groenhoeve
natuurpad” daar spelen ook nestkasten met uitleg een belangrijke rol.
Resultaten
In 2021 zijn er in het totaal, over 13 deelgebieden, wekelijks 950 nestkasten gecontroleerd door de dertig leden van de Nestkasten werkgroep. In totaal zijn er 789 legsels gevonden en gecontroleerd van dertien soorten. Er werden in totaal 5.996 eieren aangetroffen, daaruit kwamen 4.271 jongen waarvan er uiteindelijk 3.876 uitvlogen. De Koolmees is traditioneel de meest getelde soort, goed voor 50% van de legsels, gevolgd door de Pimpelmees met ongeveer 20%. De Bonte vliegenvanger neemt de laatste jaren sterk toe en er zijn al controlegebieden waar deze soort het merendeel van de nestkasten bezet, nog meer dan de Koolmees!
Verslagen broedseizoenen Vogelwacht Uden
Verslagen broedseizoenen Nederland
Werkgroep Raven
Doel
Sinds 2011 broedt de Raaf in de Maashorst. De Raaf, die aan de top van de voedselketen staat, geeft bij uitstek de kracht en potentie van het natuurgebied aan. Om het wel en wee van deze iconische soort bij te houden brengt de werkgroep onder andere het broedresultaat in kaart. Deze broedgevallen waren tot 2016 uniek in Noord-Brabant maar de laatste jaren gaat het snel en zien we uitbereiding van deze soort in de regio, de provincie en heel Nederland.
Activiteit
De leden van de Raven Werkgroep van de Vogelwacht Uden e.o. monitoren jaarlijks de nesten en het broedgedrag van de Raven in het werkgebied van de Vogelwacht. In samenwerking met Ravenwerkgroep Nederland worden, waar mogelijk en in overleg met de terreinbeheerder, de jongen voorzien van een kleurring zodat deze vogels van een afstand makkelijk herkent kunnen worden. Hierdoor zijn er veel meer waarnemingen van een specifiek individu mogelijk en kunnen hun verspreiding en lotgevallen beter gevolgd worden.
Bescherming
Door het ringen en het bijhouden van de broedresultaten, krijgen we meer te weten over de verdere verspreiding van de Raven. Inmiddels zijn dankzij dit broedpaar nu diverse broedparen in Brabant actief.
Resultaten
In 2012 broedde, voor het eerst in 92 jaar weer Raven in Noord-Brabant en wel in de Maashorst. Tussen 2011 en 2021 zijn er 51 jongen Raven in de Maashorst geboren. Sinds 2016 worden ze ook geringd en zijn er 27 voorzien van een gekleurde ring. In totaal zijn er 31 terugmeldingen ontvangen van 13 verschillende individuen. Ongeveer de helft van de Raven worden dus binnen een paar jaar weer teruggemeld. In 2021 waren er vier raventerritoria in het werkgebied van de Vogelwacht.
Informatie Raven
Werkgroep Roofvogels
Doel
De werkgroep roofvogels probeert om het aantal roofvogels in onze omgeving te behouden, of daar waar we kunnen helpen eventueel uit te breiden. Bovendien proberen we door middel van voorlichting mensen ervan te doordringen dat roofvogels onmisbare schakels zijn in de totale fauna, zodat roofvogels minder dan nu het slachtoffer worden van vergiftiging of afschot.
Activiteit
Het werkgebied is onderverdeeld in kleinere delen. Elke groep gaat jaarlijks zijn deel inspecteren op het voorkomen van roofvogels en brengt deze in kaart. Waar zitten de vogels, hoeveel eieren en jongen worden er grootgebracht. Binnen de groep zijn enkele leden die in het bezit zijn van lichtgewicht stokken die in elkaar geschoven kunnen worden. Aan de bovenzijde wordt een camera bevestigd en zo kunnen we hoge nesten bekijken zonder al teveel verstoring. Een aantal vogels worden ook geringd, dit doen we niet zelf, hiervoor worden ervaren ringers bij ingezet.
Bescherming
Helaas worden roofvogels nog steeds vervolgd. De werkgroep houdt verdachte zaken in de gaten en neemt actie indien
nodig. Door het monitoren hebben we ook goed zicht op toe- of fname van bepaalde roofvogels en kunnen soms acties
ondernemen, zoals het plaatsen van nestgelegenheid.
Welke Roofvogels brengen we in kaart? In de Maashorst broeden zes soorten roofvogels, welke speciale aandacht van de
werkgroep genieten. Dit zijn de Boomvalk, Torenvalk, Sperwer, Havik, Buizerd en Wespendief. Zij worden ook wel
dagroofvogels genoemd. Uilen noemen we ook wel nachtroofvogels. We noemen roofvogels ook wel stootvogels, omdat zij
met
hun klauwen hun prooi doodstoten.
Verslagen stootvogels
Werkgroep Senioren
Doel
Er is een behoefte om buiten de normale activiteiten die veelal in het weekend plaatsvinden, kennis en plezier op te doen. Iedereen kan meedoen aan de activiteiten die deze werkgroep door de week organiseert, maar deelnemers zijn vaak senioren.
Activiteit
Deze werkgroep gaat iedere maandagochtend actief vogels kijken in diverse gebieden rondom Uden. De groep bestaat uit leden van Vogelwacht Uden. Verder assisteert deze groep diverse werkgroepen, o.a. met het inventariseren van gebieden, het maken van nestkasten enz.
Werkgroep Trektellen
Doel
Het in kaart brengen van de vogeltrek in het najaar over de Maashorst.
Activiteit
Elk jaar vanaf 15 juli tot en met 30 november worden op de telpost "Brobbelbies Noord" alle overtrekkende vogels geteld. De telling gaat van zonsopgang tot zonsondergang alle dagen van de week. Iedereen kan hieraan meedoen. Hoe vaker je telt, hoe meer ervaren je gaat worden en zelfs de vogels bij naam kunt noemen. De gegevens worden elke dag genoteerd en zijn onder trektellen te bewonderen. We hebben al veel verrassingen voorbij zien komen, zoals Keizerarend, Slangenarend, Zeearend, Visarend, Grijze Wouw, Morinelplevier en Duinpiepers.
Bescherming
Er zijn verschillende groepen in Nederland, maar ook buiten Nederland actief met trektellen bezig. Er wordt een schat aan gegevens verzameld, waaruit verbanden gehaald kunnen worden. Zo kan winters weer in Scandinavië een toename geven van bijvoorbeeld Koperwieken en Kramsvogels.
Verslagen trektellen
Werkgroep Uilen
Doel
Door menselijke beïnvloeding zijn de laatste decennia veel uilen in aantal achteruitgegaan. Zo zijn er veel
houtwallen verdwenen en zijn veel schuren en gebouwen dichtgemaakt, waar uilen vroeger in broedden.
Het doel van de werkgroep is dan ook om deze neergang te stoppen of ervoor te zorgen dat de stand van diverse uilen
weer vooruitgaat.
We doen dit niet alleen. Landelijk zijn er vele werkgroepen actief om ervoor te zorgen dat vooral de Kerkuil en
Steenuil in Nederland blijven broeden. In Noord-Brabant wordt dit gecoördineerd door het Brabants Landschap. Zij
geven elk jaar een nieuwsbrief uit hoe het gesteld is met deze twee uilensoorten.
Activiteit
Door middel van het hangen van kasten voor Kerkuilen en Steenuilen proberen we deze soorten te laten behouden of
zelfs te doen toenemen in ons werkgebied. Vroeger hadden deze vogelsoorten aan broedplaatsen geen gebrek. Vele
schuren, boerderijen, kerken en knotwilgen boden plaats voor de uilen. Tegenwoordig zijn veel schuren, boerderijen
en kerken hermetisch afgesloten en zijn veel knotwilgen verdwenen. Als compensatie hiervoor hangen we speciale Kerk-
en Steen-uilenkasten.
Op dit moment hangen er voor elke soort meer dan honderd kasten in ons werkgebied.
Welke uilen?
Zoals hierboven is vermeld helpen we de Kerkuil en de Steenuil.
Inmiddels broedt sinds enkele jaren ook de Oehoe in ons werkgebied. Hierbij proberen we de nesten op te sporen en te beschermen zoveel als mogelijk.
Verder broedt ook de Ransuil en de Bosuil in ons gebied. De Bosuil hoeft niet geholpen te worden. Deze soort gaat vooruit door het ouder worden van de bossen waardoor er meer holtes in bomen ontstaan waar de Bosuil in broedt. Jammer genoeg gaat het met de Ransuil niet zo goed, er worden veel Ransuilen opgegeten door Haviken en Bosuilen, maar de soort is nauwelijks te helpen, daar ze in oude kraaiennesten broeden.
Informatie uilen
Zwaluwenwerkgroep
Doel
Binnen Vogelwacht Uden is al jarenlang een groep leden actief in de Zwaluwenwerkgroep. In eerste instantie was de naam van deze groep ‘werkgroep oeverzwaluwen’ vanwege de focus op de aanleg en het onderhoud van een kunstmatige oeverzwaluwwand in 1986. Later zijn de leden ook actief geworden in het tellen van Huiszwaluwkolonies en het plaatsen van kunstmatige nesten daarvoor. Ook de andere zwaluwsoorten, Boerenzwaluw en Gierzwaluw hebben hun aandacht, al worden daar door deze groep geen systematische tellingen naar gedaan. Sinds 2014 is de naam officieel aangepast van werkgroep Oeverzwaluwen naar Zwaluwenwerkgroep.
Huiszwaluwen
In 2014 is er de Huiszwaluwactie gestart. De opzet hiervan was om mensen bewust te maken van de noodzaak om de huiszwaluw een kans te geven om een nest te bouwen. Voor het stimuleren hiervan is o.a. een folder gemaakt. Deze folder is hieronder te downloaden.
In verschillende plaatsen in het werkgebied wordt door leden van de Zwaluwenwerkgroep al langjarig onderzoek gedaan naar het voorkomen van Huiszwaluwkolonies. Dat heeft in de loop der jaren geresulteerd in een mooi overzicht van aanwezige broedparen. Naast het tellen van nesten plaatsen de leden ook op geschikte plaatsen - door de leden zelf – ontwikkelde kunstnesten. Daarnaast hebben de leden inmiddels een 3-tal huiszwaluwtillen geplaatst in Odiliapeel en rond Uden geplaatst. Ook die zijn al meteen in de eerste jaren door de Huiszwaluwen bewoond.
Kunstwand Oeverzwaluwen
Vogelwacht Uden heeft in 1986 als eerste vogelwerkgroep in Nederland met succes een kunstmatige oeverzwaluwenwand gemaakt in het recreatiegebied ‘Hemelrijk’ (tegenwoordig BillyBird Park) te Volkel. Inmiddels is dit initiatief door verschillende andere instanties en vogelwerkgroepen overgenomen. Nog steeds houdt de Zwaluwenwerkgroep zich bezig met de inventarisatie en registratie van de daar broedende oeverzwaluwen. Daarnaast wordt onderhoud uitgevoerd aan de kunstmatige oeverzwaluwenwand. Dit omvat het schoonmaken en vullen van de broedgangen, alsmede het in stand houden van de aanwezige observatiehut.
De aantallen broedende Oeverzwaluwen zijn in de loop der jaren flink aan fluctuatie onderhevig geweest. Bij het gereedkomen van de wand in 1986 is de wand door de Oeverzwaluwen snel ontdekt, dit was de start van een jarenlange succesvolle bewoning van deze locatie. Op het moment dat de wand verder begroeid raakte en vooral toen de oever ervoor verder verlandde door het opschot van riet nam de bewoning zienderogen af. In 2019 is de wand door grootschalig onderhoud weer vrij komen te liggen wat in 2021 resulteerde in een prachtige bezetting van 55 broedparen.
Natuurlijke oeverzwaluwwand
In 2004 ging Vogelwacht Uden i.s.m. met de gemeente Uden en Brabants Landschap een natuurlijke wand voor Oeverzwaluwen maken. Deze natuurlijke wand werd gerealiseerd bij visplas ‘De Kleuter’. In het onderstaande verslag is meer te vinden over de aanleg van deze meer natuurlijke wand. Helaas hebben de Oeverzwaluwen deze wand nooit als broedlocatie geaccepteerd.
Overige Oeverzwaluwkolonies
De Oeverzwaluw is een soort die erg opportunistisch is bij het bezetten van nieuwe locaties. Een witte, in depot gezette, hoop zand in het landschap kan zomaar ontdekt worden en bezet door tientallen paartjes. Als tijdens het broedseizoen de locatie minder geschikt wordt, kan ook de kolonie weer worden verlaten waarna de broedparen op een andere plek, soms tientallen kilometers verderop, opnieuw een kolonie starten. Kolonies die in het werkgebied van Vogelwacht Uden ontstaan worden vaak ook door leden van deze werkgroep gemonitord.