Wilde zwaan, Cygnus cygnus, 140-160 cm
Herkenning
Grote witte vogel met lange rechte hals en lange wigvormige grotendeels gele snavel met zwarte punt. Even groot als de knobbelzwaan, maar eleganter en slanker. In de vlucht weinig luidruchtig, trompetterend. Vleugels maken geen geluid, in tegenstelling tot knobbelzwaan. Blijven vaak als groep bijeen, trekken in V-formatie. Bij strenge vorst zijn ze hier talrijker en bij zachte winters blijven ze vaak wat noordelijker overwinteren, bijvoorbeeld in Denemarken. Komt minder talrijk voor dan de kleine zwaan, die komt met grote getale naar Nederland. Vertrekken alweer vroeg in maart, zodat er van schade aan de gewassen nauwelijks sprake is.
Biotoop
('s Winters) Zeekust, meren en grote rivieren (Flevopolders, IJselmeer).
Voedsel: zoekt zijn voedsel 's winters op stoppelvelden en weilanden, eet voornamelijk plantaardig voedsel.
Broeden
Wintergast, broedt niet in Nederland, maar in Scandinavië, IJsland en Rusland.
Aantallen in Nederland
1000 exemplaren in de winter..
Aantallen in onze omgeving
Vooral in de polders rondom de rivieren is deze soort in de winter in kleine aantallen te zien. Vooral in de polders van Oss en Keent worden wilde zwanen waargenomen.