Groene specht, Picus viridis, 30-36 cm.
Herkenning
Geelgroene vogel zo groot als een postduif, met een rode kruin, zwart masker rond het oog en een gele stuit. Het mannetje heeft een rode baardstreep, het vrouwtje een zwarte.Heeft een sterk golvende vlucht en sluit de vleugels regelmatig. Maakt een lachend geluid (duivelslach). Roffelt weinig.
Biotoop
Droge zandgronden en lichte open loofbossen, komt ook in parken en grote tuinen voor. De Groene specht is een standvogel.
Voedsel
Zoekt zijn voedsel vaak op de grond. Eet voornamelijk mieren (liefst rode bosmieren, deze zijn groter dan de overige mieren) en kevers. Hij heeft een lange kleverige tong waarmee hij de mieren uit de spleten peutert. Na een strenge winter met veel sneeuw of een koud nat voorjaar zijn er weinig mieren en heeft de Groene specht het moeilijk.
Broeden
Man en vrouw hakken de nestholte uit. Ze doen dit uit schijnbaar gezonde beuken of eiken, maar in de kern zijn deze bomen dan al aan het afsterven. Er worden 5-7 eieren gelegd (tot soms wel 10 eieren) en als de jongen bijna uitvliegen is het behoorlijk druk en benauwd in de nestholte. De eieren worden 18-19 dagen bebroedt. De jongen krijgen een melkachtige brij te eten, die ze in de krop verzamelen en uit heel veel gevangen insecten bestaat. De kuikens hebben een gestreepte onderkant en groengevlekte bovenkant.
Aantallen in Nederland
4500 tot 5500 broedparen.
Aantallen in onze omgeving
Vooral in de Maashorst komt deze soort als broedvogel voor met ongeveer 12 broedparen.